Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Adam bekende wederom zijn huisvrouw, en zij baarde een zoon, en [49]zij noemde zijn naam [50]Seth; want God heeft mij, [sprak zij], een ander [51]zaad gezet voor Habel; want Kain heeft hem doodgeslagen. 49. Te weten, met toestemming van haar man, zoals te zien is onder hfdst.5 vs.3, waar deze naamgeving Adam toegeschreven wordt. 50. Hebr. Scheth, dat is, Zetting. 51. Dat is, een anderen zoon gegeven; alzo onder hfdst.21 vs.13, hfdst.38 vs.8; Matth.22:24,25.